Klik op de schakel voor verenigingsinformatie
HOME Stichting VOMO Bestuur Inhoud bladen Advertentiekosten

 

Bij het tweede decennium

Verenigingsbladen Oud-studenten Maritiem Onderwijs

 Door Auk Boom

 Op 11 april hield de stichting VOMO haar jaarbijeenkomst met de vertegenwoordigers van de deelnemende verenigingen. Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om afscheid te nemen van Wout Krispijn, die vele jaren het voorzitterschap van de stichting heeft vervuld.

Te doen gebruikelijk is dat bij een dankwoord teruggekeken wordt op de afgelopen jaren en dan blader je door oude nummers en wat bleek?

Met het uitkomen van dit nummer is de eerste twintig jaar volbracht. In 1992 verscheen voor het eerst ons gezamenlijke verenigingsblad.

 

In 1991 benaderden twee bestuursleden en een redacteur van de Vereniging van Oud-leerlingen van de Hogere Zeevaartschool te Amsterdam (VOSHZ) het bestuur van de Vereniging van Oud-studenten TMO Amsterdam om te zien of het gezamenlijk uitgeven van een verenigingsblad mogelijk was. De oud-leerlingen van de Zeevaartschool hadden het mooie blad KW - Wij praaien U en de oud-studenten TMO Amsterdam waren met hun Stand by - in een eenvoudige krantvorm - ook al enige jaren op dat vlak bezig. In beide verenigingen zaten dus mensen die met enige regelmaat artikelen voor hun blad konden en wilden schrijven.

Het verhaal was duidelijk: als de oud-leerlingenverenigingen van het zeevaartonderwijs zouden gaan samenwerken op redactioneel vlak zou het mogelijk moeten zijn, vanwege de grotere achterban, een mooi blad uit te blijven geven. Uitgangspunt was dat de leden het idee moesten houden dat het een verenigingsblad van henzelf was, gemaakt dóór en vóór de leden.

 

Allen voor een

Bij de eerste ‘voorzichtige’ uitgave liftte de ‘machinistenclub’ nog met enkele artikelen mee in de KW, maar dat was van korte duur. Direct na die eerste gesprekken werd contact gezocht met de oud-leerlingenvereniging van de Rotterdamse Zeevaartscholen. Ook deze vereniging bracht een blad uit en in juni 1992 verscheen voor het eerst een ‘VOMO-blad’ met voor iedere vereniging een eigen titel en een totale oplage van 1600 bladen.

Er was nu wel een blad, maar financieel liep het zeker nog niet soepel. Er waren gelukkig wel adverteerders meegekomen, maar ja, die kan je pas een rekening toesturen als het blad klaar is en de drukker moest toch betaald worden. De penningmeester uit Rotterdam moest wel eens voorschieten als betalingen wat laat binnenkwamen. Dat kon zo niet langer en de volgende stap was een stichting in het leven te roepen met als doel een verenigingsblad uit te geven ‘voor de Oud-Studenten van het Maritiem Onderwijs’. In maart 1993 togen de drie voorzitters Wim Raatgever (Amsterdam), Sietse Schoonbergen (Amsterdam wtk’s) en Rob Reitsma (Rotterdam) naar de notaris en was de stichting VOMO een feit.

Het bleek te werken en al snel kwamen daar de Noordvaarder – Groningen, Delfzijl - en het Ankerpark - Den Helder - bij. Eindredacteur van het eerste uur was voormalig Radio Officier Ernst Braat, die misschien wel aan de wieg stond van de VOMO toen hem in 1987 gevraagd werd een jubileumuitgave van de KW - Wij praaien U te produceren. Deze vereniging bestond in 1989 veertig jaar. Ernst werkte op de PR en Communicatie afdeling van IBM bij welk bedrijf ook zijn vriend en oud-stuurman Wim Raatgever werkzaam was. Wim Raatgever was destijds voorzitter van de VOSHZ Amsterdam.

 Een themanummer

Het lukte, want met het uitbreiden van de deelnemende verenigingen nam ook het aantal schrijvende mensen toe en het aantal adverteerders. Het aantal pagina’s groeide naar 36, nog wel in zwart/wit en met een omslag in kleur. Uit kostenoverweging moest het omslag voor het gehele jaar voorgedrukt worden. Eind 1996 werd in het redactieteam besloten om in juni 1997 een themanummer uit te brengen onder de kop ‘De Nederlandse zeescheepvaart, heden en toekomst’.

Het werd een pil van 52 pagina’s met een keur aan - nu nog steeds - lezenswaardige artikelen. Er bleek bij de reders en de scheepsbouwers veel vertrouwen in de toekomst te zijn, de fabrikanten van dieselmotoren zouden kans zien om nog economischere motoren te bouwen, de brandstofcel werd beschreven en gelijk de onmogelijkheid van kernfusie besproken.

 De zesde vereniging

In 1998 nam ondergetekende de eindredactie van Ernst Braat over. Het blad was inmiddels gegroeid tot een standaard van 48 pagina's en voor het eerst kon ieder kwartaal een wisselend omslag gedrukt worden en zowaar, ook in het binnenwerk verschenen de eerste advertenties in kleur. In juni 2001 sloot de vereniging van swtk’s uit Brielle zich als voorlopig laatste vereniging aan en was de oplage gegroeid tot 2700 bladen in zes edities. In de septemberuitgave van dat jaar werd uitgebreid geschreven over P&O Nedlloyd, welke rederij het jaar daarvoor een mooie winst van 201 miljoen euro had behaald. Trompetter Wout Krispijn nam ons aan boord van de Nedlloyd Kowloon, met een totaal aantal opvarenden van 17 personen, waar hwtk Ab Poldervaart de scepter zwaaide over de bijna 90.000 pk in de machinekamer en de stuurman de verantwoording had over een stapel van 6690 TEU. Ger van Dijk interviewde Egbert Vuursteen, Wout Klute schreef zijn negende ‘Never a dull moment’, Herbert Donselaar belichtte het smokkelen, Jan Aafjes beschreef de presentatie van het boek 'Oranje, een koninklijk schip' geschreven door Wim Grund en Pier Foppema publiceerde zijn 20e ‘Mijmeringen’.

Vanwege het grote aantal kleuradvertenties konden er inmiddels ook op bescheiden schaal kleurenfoto’s bij artikelen worden geplaatst en het aantal pagina’s was gegroeid naar 56. In 2009 ging de eindredactie over naar Gerrit de Boer, die helaas na een jaar afscheid van ons nam. Gelukkig kon de stichting VOMO terugvallen op de maritieme uitgeverij Yellow & Finch in de personen van Dennis en Nathalie Vinkoert en konden de uitgaven zeker gesteld worden.

 En nu, na 20 jaar VOMO, kunnen we stellen dat we een schitterend blad hebben dat ieder kwartaal uitkomt met vele lezenswaardige artikelen over de zeevaart en soms ook binnenvaart, bijeen gezocht en geschreven door een team van vrijwilligers die in mijn ogen voor professionals mogen doorgaan.